Tussen 1575 en 1576 werd de lutherse stad Woerden belegerd door de Spaanse troepen. Veel belegeringen uit de Tachtigjarige Oorlog genieten een uitgebreide herinneringscultuur binnen de landelijke...Show moreTussen 1575 en 1576 werd de lutherse stad Woerden belegerd door de Spaanse troepen. Veel belegeringen uit de Tachtigjarige Oorlog genieten een uitgebreide herinneringscultuur binnen de landelijke herinnering. Dit lijkt echter niet het geval bij de belegering van Woerden. Dit onderzoek kijkt naar zowel de landelijke als lokale herinnering aan dit Beleg en welke elementen een rol speelden in de interactie tussen deze twee herinneringsculturen.Show less
In de Romeinse provincie Germania inferior worden regelmatig (onderdelen van) militaire ruiterhelmen gevonden, die in de tweede en derde eeuw na Christus kunnen worden gedateerd. Deze vondsten...Show moreIn de Romeinse provincie Germania inferior worden regelmatig (onderdelen van) militaire ruiterhelmen gevonden, die in de tweede en derde eeuw na Christus kunnen worden gedateerd. Deze vondsten komen vrijwel uitsluitend uit voormalige waterlopen, de zogenaamde natte contexten. Langs de West-Nederlandse limes zijn bij Woerden en Bodegraven en in het Kanaal van Corbulo bij Leiden twee helmen en een gezichtsmasker gevonden. Het gezichtsmasker is als enige tijdens een opgraving gevonden, zodat precies bekend is wat er bij is gevonden en waar het precies lag. Deze vondstcontext is nader onderzocht om aan de hand hiervan de betekenis van de deposities van de andere vondsten in de regio te kunnen achterhalen.Show less
Dit onderzoek behandeld Pleistoceen botmateriaal dat is verzameld door P.Stoel en afkomstig is uit de zandwinning-plas Cattenbroek nabij Woerden. Hierbij is uitsluitend gekeken naar botmateriaal...Show moreDit onderzoek behandeld Pleistoceen botmateriaal dat is verzameld door P.Stoel en afkomstig is uit de zandwinning-plas Cattenbroek nabij Woerden. Hierbij is uitsluitend gekeken naar botmateriaal afkomstig uit put ZLW_U. Het botmateriaal uit deze put is van belang omdat bekend is uit welke diepte het materiaal afkomstig is. Waardoor het mogelijk is om een biostratigrafische verdeling van het botmateriaal te maken. Als uitgangspunt voor dit onderzoek vormde de vraag of het mogelijk is om het onderste artefacten niveau, beter kan worden gedateerd met behulp van het zoölogisch materiaal. Waarbij er gekeken is naar de specifieke combinatie van soorten per geologische laag. De grootste clustering van het botmateriaal bevindt zich in de Formatie van Beegden 23 tot 36m –NAP. Deze laag bevat ruim 45% van het botmateriaal. De stratigrafische verdeling van het botmateriaal komt voor een groot deel overeen met de beschikbare OSL dateringen. Waarbij de soort Rangifer tarandus opvallende resultaten laat zien. Het onderste niveau de Formatie van Beegden is dankzij het voorkomen van specifieke soorten gedateerd als Holsteinien. Er heeft in dit niveau ook contaminatie plaatsgevonden met oudere lagen (Vroeg- tot Midden- Pleistoceen). Met het ontbreken van menselijke modificatie sporen op botmateriaal afkomstig uit put ZLW_U. Is het dateren van de vondstniveau vooralsnog niet mogelijk geweest.Show less
In Woerden, locatie Snel en Polanen, heeft Ballast en van Oord Grondstoffen tussen 1992 en 2011een zandwinningproject bedreven. Tijdens deze zandwinning kwamen veel interessante paleolithische...Show moreIn Woerden, locatie Snel en Polanen, heeft Ballast en van Oord Grondstoffen tussen 1992 en 2011een zandwinningproject bedreven. Tijdens deze zandwinning kwamen veel interessante paleolithische vondsten naar boven, waaronder dierlijk botmateriaal en vuurstenen artefacten. Deze vuurstenen artefacten zijn door amateurarcheoloog Pieter Stoel verzameld en naar de Universiteit Leiden gebracht om te worden onderzocht. In de totale verzameling vuursteen zijn 44 artefacten ontdekt. 28 stuks zijn geclassificeerd als onzeker en 78 stuks als niet-artefact. Binnen de artefactengroep zijn twee clusters te ontdekken. Het ‘bovenste niveau’ van artefacten bevindt zich tussen 19 en 26 meter diepte en heeft een datering van MIS3-4, maximaal 63.000 jaar oud. In deze artefactcluster bevinden zich 12 artefacten, waaronder een kern. In het ‘onderste niveau’ bevinden zich 31 artefacten, waaronder een werktuig. Dit niveau heeft een datering van MIS11/12, >370.000 jaar. De dateringen zijn gebaseerd op de geologie van het Rijn-Maas-systeem. Beide clusters lijken op elkaar wat betreft patina en verwering. Het meest voorkomend is een zwarte patina, daarnaast zijn er enkele bruine of anders kleurige patina’s. De verwering van de artefacten uit beide clusters is grotendeels gemiddeld, met enkele uitschieters naar zwaar en zeer zwaar. Verschillen tussen de beide clusters zijn te vinden in het type slagvlak, het dorsaal patroon en in de afmetingen. Zo bestaan de slagvlakken van de artefacten uit de bovenste cluster voornamelijk uit slagvlakken met een enkel litteken, terwijl de slagvlakken van de artefacten uit de bovenste cluster vaker uit meerdere facetten bestaan. Het dorsale patroon van de artefacten uit het bovenste niveau bestaat vaker uit een enkel dorsaal negatief, terwijl de artefacten uit het onderste niveau vaker meerdere negatieven bevat, al dan niet van een andere richting als het slagvlak. De artefacten uit het bovenste niveau zijn gemiddeld 5 millimeter langer en breder en wegen 3 gram zwaarder dan de artefacten uit het onderste niveau. Het Clactonian kent een lange geschiedenis van debat. Vooral de vraag of het Clactonian onderdeel uitmaakt van het Acheulean is veel bediscussieerd. De artefacten uit het onderste niveau van Woerden lijken goed te passen binnen het Clactonian: technologische kenmerken van de artefacten, de datering en de geologische situatie van Woerden ten tijde van MIS11/12 doen een overeenkomst veronderstellen. Meer onderzoek naar de paleolithische context van Woerden in Europa is echter nodig om een gedegen conclusie te trekken.Show less