Onderzoek naar het maken van voorspellende referenties is voornamelijk gericht op volwassenen. Tijdens deze gedragsstudie werd er naar de verschillen gekeken tussen kinderen van acht tot twaalf...Show moreOnderzoek naar het maken van voorspellende referenties is voornamelijk gericht op volwassenen. Tijdens deze gedragsstudie werd er naar de verschillen gekeken tussen kinderen van acht tot twaalf jaar en volwassenen bij het maken van voorspellende inferenties via drie taken, namelijk de Sentence Span Test, Peabody Picture Vocabulary Test en de hoofd leestaak. Deelnemers lazen verhalen en deze werden afgerond met een plausibele, een plausibele, maar onvoorspelbare of een onrealistische zin. Ook werden tijdens deze studie de achtergrondvariabelen werkgeheugencapaciteit en woordenschat meegenomen. Resultaten toonden aan dat zowel volwassenen als kinderen voorspellende inferenties maakten, maar dat kinderen geen goed onderscheid maakten tussen de plausibele en de plausibele, maar onvoorspelbare conditie. Ook waren de volwassenen sneller in hun responses dan kinderen. Deze resultaten geven weer dat bij volwassenen het proces van het maken van voorspellende inferenties verder ontwikkeld was dan bij kinderen. Werkgeheugencapaciteit, maar niet woordenschat, had invloed op het maken van voorspellende inferenties. Kinderen met een hoog werkgeheugencapaciteit maakten beter onderscheid tussen de plausibele en onrealistische conditie en tussen plausibele, maar onvoorspelbare en onrealistische conditie. Welke mechanismes nog niet ontwikkeld zijn en wat de verschillen tussen volwassenen en kinderen wat betreft het maken van voorspellende inferenties veroorzaakten, werd via het huidige onderzoek niet duidelijk en moet in toekomstig onderzoek nader onderzocht worden.Show less
Begrijpend lezen is een complex proces waarbij een lezer een coherente mentale representatie van de tekst probeert te vormen. Voor het vormen van deze coherente mentale representatie streeft een...Show moreBegrijpend lezen is een complex proces waarbij een lezer een coherente mentale representatie van de tekst probeert te vormen. Voor het vormen van deze coherente mentale representatie streeft een lezer bepaalde normen voor coherentie na: de standards of coherence. In dit onderzoek is onderzocht wat er gebeurt met de standards van een lezer als deze tijdens het lezen cognitief extra wordt belast en hoe dit zich weerspiegelt in het leesproces en het tekstbegrip van de lezer. Daarbij is ook onderzocht welke rol de werkgeheugencapaciteit van een lezer hierbij speelt. De invloed van deze extra cognitieve belasting tijdens het lezen is aan de hand van een oogbewegingsexperiment onderzocht. In totaal deden 24 proefpersonen (17-31 jaar) met een HBO of WO opleidingsniveau mee aan het experiment. In het experiment kregen proefpersonen een duale taak, naast een leestaak moesten zij tegelijkertijd een reactietaak (piepjestaak) uitvoeren. Leesproces is gemeten aan de hand van oogbewegingen (fixaties en saccades) en leestijden. Tekstbegrip is gemeten door een recall en het beantwoorden van open vragen over de tekst. Voor het meten van de werkgeheugencapaciteit is gebruik gemaakt van de Reading Span taak en de Corsi Block-tapping test. Zodra proefpersonen tijdens het lezen cognitief extra werden belast maakten zij meer fixaties, duurden de fixaties langer, maakten zij kortere saccades en was de totale leestijd langer. Op tekstbegrip scoorden zij lager bij extra cognitieve belasting. Proefpersonen met een grotere werkgeheugencapaciteit maakten in vergelijking met proefpersonen met een kleinere werkgeheugencapaciteit meer en langere fixaties bij veel extra cognitieve belasting. Ook hun totale leestijd was in vergelijking langer. Lezers met een grotere werkgeheugencapaciteit hebben niet alleen meer ruimte voor het aanpassen van het leesproces, maar doen dit ook meer. De resultaten uit dit onderzoek lijken aan te geven dat lezers, door bij extra cognitieve belasting hun leesproces binnen hun capaciteiten hierop aan te passen, inderdaad bepaalde standards of coherence na streven.Show less